Dans
Vanaf het moment dat ik als vierjarige op mijn teentjes door de wereld danste en daarom door mijn ouders 'op ballet' werd gedaan heb ik altijd verschillende vormen van dans en beweging beoefend. Het begon met klassiek ballet en daarna deed ik aan turnen, jazzballet, aerobics, Afrikaanse dans, Tai Chi, Bharat Natyam, stretchen, Pilates, Argentijnse tango en verschillende vormen van yoga. Als antropoloog deed ik jarenlang onderzoek in de professionele danswereld.
BalletDe ballerina is de verbeelding van vrouwelijkheid, kracht en schoonheid. Maar welke werkelijkheid gaat er schuil achter dat mooie beeld? Danseressen die van het ballet hun beroep willen maken krijgen te maken met fysieke uitdagingen, technische eisen en duidelijk omschreven schoonheidsidealen. Is dansen daarom slecht voor je lichaam en je gezondheid? Leven danseressen alleen voor de dans? Deze vragen beantwoord ik in een boek dat in 2002 verscheen onder de titel De bovenbenen van Olga de Haas. Achter de schermen van de Nederlandse balletwereld.
Het boek is gebaseerd op jarenlang antropologisch onderzoek in de professionele danswereld. Ik observeerde lessen en repetities bij grote Nederlandse balletgezelschappen, sprak met dansdocenten en leidinggevenden van dansopleidingen, en interviewde een groot aantal dansers en danseressen over het vak en hun leven. Ik verdiepte me in de gezondheidspraktijken van de professionele dans en was een actief bestuurslid van de Stichting Gezondheidszorg voor Dansers. Jane Lord, voormalig soliste van Het Nationale Ballet, schreef als aanbeveling bij het boek: “De schrijfster kruipt in het lichaam van de danseres; ze voelt de kracht, de fysieke belasting en pijn, net als de emoties die horen bij het constant zoeken naar een gezonde balans tussen lichaam en geest.” Het boek is besproken in de grote landelijke dagbladen, De Telegraaf publiceerde een paginagroot interview. Er verschenen ook recensies in Opzij, de Theatermaker, het Tijdschrift voor Genderstudies en het tijdschrift Dans. Over balletdanseressen schreef ik behalve het boek ook artikelen in wetenschappelijke- en dansvaktijdschriften. |
LectoraatVan 2004-2008 heb ik bij Codarts, Hogeschool voor de Kunsten in Rotterdam, invulling gegeven aan het lectoraat Excellence and well-being in the performing arts. Ik deed onderzoek naar de relatie tussen artistieke topprestaties en gezondheid en welzijn van jonge dansers-in-opleiding. De resultaten van dit onderzoek werden gebruikt in de dagelijkse praktijk van het dansvakonderwijs aan de Rotterdamse Dansacademie. Als lector was ik een vurig pleitbezorger voor bewegen met aandacht binnen de dans.
De betekenis en beleving van pijn stond centraal in een van de onderzoeksprojecten. Aanleiding van dit onderzoek was de constatering dat het merendeel van de dansblessures het gevolg is van overtraining en oververmoeidheid. Met andere woorden, veel dansers herkennen de signalen van hun lichaam niet of reageren er niet adequaat op. Door middel van diepte-interviews met zowel dansstudenten als professionele dansers is onderzocht welke betekenissen dansers geven aan pijn en hoe zij pijn beleven. Uit het onderzoek wordt duidelijk welke gevolgen dit heeft voor de manier waarop er binnen de danswereld met pijn wordt omgegaan. Als resultaat verscheen het boek, Het verhaal van pijn. Wat het lichaam ons vertelt en waarom wij (niet) luisteren. Pijnbeleving bij dansers en een Engelstalige samenvatting in de vorm van een brochure The message of pain. Ter gelegenheid van de publicatie van Het verhaal van pijn werd in januari 2008 door het lectoraat een symposium georganiseerd, waar internationale sprekers optraden. |