Op 21 juni 2015 kwamen op initiatief van de Indiase premier Narendra Modi bijna zesendertigduizend mensen in New Delhi bij elkaar voor de grootste yogales ooit. Overal ter wereld vierden enthousiaste yogabeoefenaren de eerste officiële Internationale Yoga Dag, maar nergens was het aantal deelnemers aan een les zo groot als in New Delhi, dat daarmee een wereldrecord vestigde. De Verenigde Naties hadden ruim een half jaar eerder ingestemd met het instellen van een Internationale Yoga Dag, nadat Modi in september 2014 voor de Algemene Vergadering een warm pleidooi had gehouden voor de erkenning van yoga als nationaal erfgoed. In zijn speech beschreef hij yoga als een vijfduizend jaar oude praktijk, die leidt tot ‘eenheid en harmonie tussen jezelf, de gemeenschap en de natuur’. Yoga, zo zei Modi is ‘India’s cadeau aan de wereld. Yoga is een breed begrip, dat niet alleen verwijst naar de typerende yogahoudingen, maar ook naar onder meer meditatietechnieken, ademhalingsoefeningen en een filosofische traditie die inderdaad eeuwen teruggaat. Premier Modi riep echter niet op tot een gezamenlijke meditatie of een filosofische gesprek. De grootste yogales ter gelegenheid van de eerste officiële Internationale Yoga Dag in New Delhi bestond uit een serie lichamelijke oefeningen en daarmee liet Modi zien dat hij deze vorm van yoga beschouwt als een centraal en aansprekend deel van de yogatraditie. Het beeld van India als een land waar men met behulp van eeuwenoude praktijken de weg vindt naar ‘eenheid en harmonie tussen jezelf, de gemeenschap en de natuur’ gaat terug op een negentiende-eeuws Oriëntalistisch discours waarin Oosterse spiritualiteit en wijsheid als oplossing wordt beschouwd voor de problemen die zijn ontstaan als gevolg van Westers materialisme en rationaliteit. Daarmee plaatst Modi zich in nog een tweede traditie, namelijk die waarin al sinds de koloniale tijd Indiase nationalistische bewegingen zich creatief toonden in het adopteren van dit discours om het voor hun eigen doelen in te zetten. Tegenwoordig neemt die creatieve adoptie vooral commerciële vormen aan, zoals te zien is in de Indiase toeristenindustrie die India aanprijst als de meest spirituele bestemming ter wereld waar bezoekers worden verwelkomd ‘in search of peace, contentment and happiness’. Wat betreft yoga staan Modi en de Indiase nationalisten echter niet alleen; het beeld wordt wereldwijd breed gedeeld. Overal spreken yogaleraren, onafhankelijk van de stijl waarin zij lesgeven, over de Indiase oorsprong en de lange traditie. Meestal gebeurt dit in teksten op hun website waar zij aan potentiële klanten uitleggen wat yoga is, en vaak ook tijdens een les, in losse opmerkingen tussen de aanwijzingen voor de yogahoudingen door. De suggestie van een lange geschiedenis en Indiase wortels wordt ondersteund door de gewoonte om houdingen die men tijdens de yogabeoefening aanneemt aan te duiden in het Sanskriet, een dode taal uit het gebied dat nu India heet. In een hedendaagse vorm van Oriëntalisme bepleiten ook zij het inzetten van een eeuwenoude Indiase traditie bij de aanpak van moderne, typisch Westerse problemen, zoals consumptiedwang, vervreemding, depressiviteit en stress. Recent antropologisch en historisch onderzoek plaatst echter grote vraagtekens bij deze presentatie. De term yoga wordt weliswaar al gebruikt in zeer oude Indiase teksten, maar yoga in de vorm zoals wij die kennen, als een serie lichaamshoudingen en –oefeningen, heeft een veel kortere ontstaansgeschiedenis dan algemeen wordt aangenomen. De op houdingen gebaseerde yoga blijkt te zijn ontwikkeld in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Bovendien vertonen de typische yogahoudingen meer verwantschap met Scandinavische gymnastiek en Amerikaanse stretchoefeningen dan met klassieke Indiase lichaamspraktijken. Ik kan me goed voorstellen dat een Hindoe-nationalistische politicus als Narendra Modi graag vasthoudt aan een beeld van yoga als eeuwenoude Indiase erfenis. Maar hoe valt het te begrijpen dat hedendaagse niet-Indiase yogadocenten wereldwijd daarin meegaan? Meer lezen?.................. ga naar mijn artikel in Sociologie (2015) |